Hoe het voelt als je ontmenselijkt wordt
Ürümqi is een miljoenenstad in West-China, waar de bevolking voor vijfenzeventig procent bestaat uit Han-Chinezen en voor vijftien procent uit Oeigoeren. In De achterstraten dwaalt een Oeigoerse jongeman door de mistige steegjes van deze stad, waar hij sinds kort werkt voor een regeringskantoor. Terwijl hij op zoek is naar een slaapplek, reflecteert hij over de zin van zijn bestaan.
'De achterstraten leest als een symbolische parabel over de verpletterende eenzaamheid en kortsluiting in het brein van een buitenstaander.' – recensent Karla
De Oeigoeren worden door de Chinese regering systematisch onderdrukt en gediscrimineerd. Ze behoren tot een Turkssprekende moslimminderheid uit Xinjiang, een regio in het noordwesten van China. Meer dan een miljoen Oeigoeren zitten opgesloten in 'heropvoedingskampen'. Ook Perhat Tursun (1969) werd in 2018 gearresteerd en is sindsdien van de radar verdwenen. Darren Byler leert de auteur in 2014 kennen, wanneer hij in Ürümqi etnografisch onderzoek doet naar de Oeigoerse migranten in de steden. Samen met een jonge Oeigoer, die zijn eigen situatie weerspiegeld ziet in de lotgevallen van de hoofdpersoon, vertaalt hij De achterstraten in het Engels. In een uitgebreid voorwoord verstrekt hij achtergrondinformatie over het vertaalproces, leven en werk van Tursun en de positie van de Oeigoerse minderheid in China. Irwan Droog heeft zich voor de Nederlandse vertaling gebaseerd op deze Engelse uitgave.
De overpeinzingen van de hoofdpersoon springen heen en weer tussen het deprimerende kantoor in Ürümqi en herinneringen aan het Oeigoerse dorp waar hij opgroeide. Op het bureau moet hij telkens dezelfde brief uittypen en beschikt hij over één gammele lade. Het dorp met de witte heuvels en het heldere geel van de tarwevelden contrasteert met de stank en doffe kleuren in de stad. Maar het blijkt een bedrieglijke idylle, gedrenkt in armoede en geweld. Ook zijn studententijd in Beijing komt summier aan bod. De grootstad fungeert louter als een bordkartonnen decor. Zijn leefwereld is begrensd tot de campus, waar hij alleen contact heeft met Oeigoerse studiegenoten.
Hoofdstukken ontbreken en de tekst bevat nauwelijks adempauzes, enkele spaarzame witregels tussen de alinea's uitgezonderd. De lezer raakt verstrikt in het hoofd van de naamloze ik-persoon. Verdwaald in ruimte en tijd, drijft een verstikkende gedachtestroom deze eenzame ziel langzaam tot waanzin. Hij versmelt met de gulzige mist, die hem zowel vanbinnen als vanbuiten aanvreet.
Repetitieve elementen benadrukken de naargeestige atmosfeer. Vervreemding, angst en haat komen tot uiting in een fascinatie voor cijfers, geuren en morbide fantasieën. Dwangmatig zoekt de man naar betekenis in willekeurige getallen die hij overal tegenkomt, nu eens op een stukje weggegooid papier, dan weer op wazige kentekenplaten van auto's of afbladderende huisnummers. De beeldspraak staat bol met verwijzingen naar pijn en ranzigheden. Een smalle vallei ziet er bijvoorbeeld uit als het litteken van een diepe wond en lampen lijken op troebele lichtrode bloedvlekken. Maar achter de walging schuilt een drang naar schoonheid. Zo duikt er een welriekende vrouw op tussen de bergen vuilnis 'alsof de mest en het afval de bloemen weelderiger doen bloeien, en de vervuiling en de viezigheid ze mooier maken.'
Silhouetten zweven langs hem voorbij, alsof ze op lucht lopen of als bewegende bomen naast de weg. Zonder uitzondering gaat het om wanstaltige, ziekelijke figuren met uitdrukkingsloze gezichten of stinkende monden, die hem kwaad negeren of weglopen. Over zijn collega's op kantoor is te lezen dat ze geen idee hebben wat ze aan het doen zijn, 'alsof ze waren vergiftigd en nu bedwelmd de dagen doorkwamen.' Iemand met een overdreven breed voorhoofd en kleine kin blijft kilometerslang het woord 'hak' herhalen. In zijn verbeelding doet deze man dit omdat hij de vierenhalf miljoen Oeigoeren uit de steden met een hakbijl figuurlijk in stukken aan het hakken is.
'Nu stroomde de mist traag voort, als vies water in een goot langs de nauwe straat. De menselijke vormen zweefden langs elkaar heen als drijvende brokstukken in het water, met een trage, huiveringwekkende kracht. De lampen van auto's dreven als rode tissues in het water, of als ontbindende vodden die zich langzaam door de ruimte bewogen. Ik dacht dat ik zou stikken in de riolering van deze weg.'
Het gevoel van desoriëntatie krijgt verder gestalte in filosofische beschouwingen over oneindigheid, waarbij Tursun schatplichtig is aan het existentialisme van Albert Camus. Deze schrijver geldt als één van zijn grote voorbeelden.
'Ik was verdwaald in het eindeloze universum. Toen bedacht ik dat iedereen na zijn geboorte een dakloze dwaler werd en vanaf het moment dat ze voor het eerst de grond raken en een kreet slaken moeite hebben met een passende plek voor zichzelf te vinden. Ze zullen hun hele leven doorbrengen met het bepalen van hun positie – en angstig worden, en mopperen over de vaagheid ervan. Iedereen is een dwaler in de ruimte.'
Perhat Tursun heeft onmiskenbaar autobiografische ervaringen verwerkt in deze hallucinante monoloog, aangezien hij een gelijkaardig levensparcours aflegde als zijn hoofdpersonage. De achterstraten leest als een symbolische parabel over de verpletterende eenzaamheid en kortsluiting in het brein van een buitenstaander die zich definieert 'als een stuk vuil voordat het weggegooid wordt.' De wetenschap dat de auteur momenteel hetzelfde wrede lot te beurt valt, maakt deze nachtmerrie over ontmenselijking extra tastbaar.
'Vanuit het niets rende er een rat voor me uit, hij verdween als een kogel in het vuilnis. Ik stond even als aan de grond genageld, maar liep toen verder. Ik vreesde dat andere mensen zouden zien hoe ik was geschrokken van een rat, dus ik keek schichtig achterom. Zoals de rat door het afval schoot, zo bewoog ik me door de stad. Net als hij was ik op zoek naar eten, en als mijn maag gevuld was, wilde ik niets anders dan slapen.'
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een eenzaam boek' en 'Lees een ongezellig boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie